Uit de noodlottige liefdesrelatie van Genet met een jonge Noordafrikaanse koorddanser distilleerde de Frans-Grieks-Ethiopische cineast deze afstandelijke parabel over een meester-slaafverhouding. Voorafgegaan door de enige film Genet zelf regisseerde, een homo-erotische aanpak van de gevangenis.