Na zijn veelgeprezen kortfilms, waaronder Matroos (1998) en Kampvuur (2000), was het bijna tien jaar wachten op de eerste langspeelfilm van de Belgische filmmaker Bavo Defurne. Het einde der kindertijd en het prille ontdekken van de eerste liefdes tijdens de adolescentie vormen het kloppend hart deze gevoelige en poëtische film. « Ik wilde een film over liefde maken die zich in de eerste plaats richt op het hart van het publiek, het emotionele, maar ook met een zekere vorm van sensualiteit. » In het achterland van de Belgische kust, ontwaken bij de jonge Pim langzaam de verlangens en de sensualiteit en botst zijn verbeelding met de werkelijkheid. Aangetrokken door buurjongen Gino en hun dubbelzinnige relatie, neemt hij zijn toevlucht in een wereld van dromen, door zijn moeder achtergelaten in een leeg huis …